Zoals kunstenaars hun beeldende werken enerzijds objectief concipiëren en anderzijds zeer subjectief tonen, zo verschillend presenteren galerieën en musea ook de betreffende exposities. Daarbij leveren niet alleen de opstelling van de geëxposeerde stukken en de tentoonstellingsarchitectuur een bijdrage aan het scheppen van een neutraal of toch een theatraal totaalbeeld; ook de verlichting van de kunstwerken speelt een niet-onbelangrijke rol. Bovendien moet de verlichting voldoen aan de conservatoire en energievereisten. Dit artikel legt uit welke planmatige en technische aspecten relevant zijn voor de verschillende presentatievormen.
Vaak als royale, hoge entreeruimte ontworpen, is de foyer bestemd voor representatieve doeleinden en tegelijkertijd als ontvangst- en wachtgebied, zowel als voor de ontsluiting van aangrenzende delen van het gebouw. Als overgang tussen buiten en binnen, tussen openbare en privéruimte komen zeer verschillende ruimtelijke maatstaven elkaar tegen. Daarom is het uiterst relevant om met licht de oriëntatie binnen deze verschillende functies en ruimtelijke situaties te ondersteunen. Licht kan echter veel meer dan alleen oriëntatie bieden en voor waarneembaarheid zorgen. De emotionele dimensie van licht – bijv. als lichte of gepassioneerde indruk van de ruimte – kan op uitmuntende wijze worden gebruikt voor de opbouw van een aantrekkelijke, verwelkomende stemming. Bovendien kan de verlichting in een foyer een waardevolle bijdrage leveren aan de visuele beleving van de identiteit van de onderneming. De vormgevingsspeelruimte van licht voor de eigen presentatie van een ondernemings-, onderwijs- of cultuurmerk strekt zich uit van een sobere, nuchtere sfeer tot aan een dramatische enscenering.