De tentoonstelling „Playboy Architektur 1953 – 1979“ in het Deutsches Architekturmuseum interpreteert het vroege, Amerikaanse Playboy als de bemiddelaar voor moderne architectuur. Wij hebben deze vol afwisseling verlicht – en kijken terug op onze nauwe samenwerking met Playboy.
Na in Den Haag en Rotterdam te zijn geweest en nu voor het eerst te zien in Duitsland presenteert de tentoonstelling in Frankfurt een stukje mediageschiedenis in een nieuw licht, doordat deze de architectuur en interieurs van het mannentijdschrift in het middelpunt plaatst. Het centrale punt van de expositie is het „Archief“ dat de mogelijkheid biedt om alle uitgaven van 1953 tot 1979 door te bladeren. Met een scala aan onderwerpen rondom kunst en cultuur ensceneert de vroege Playboy zich als lifestylemedium voor een opgeleid publiek – het verschil is dat Playmates in de architectuur van Buckminster Fuller of John Lautner en in de fauteuils van Eero Saarinen of Eames zich uitstrekken.
De nagebouwde ensembles van de foto-sets kunnen de bezoekers in verschillende expositiezones als architectuurmodellen en meubelopstellingen bekijken. Ze worden geflankeerd door overgedimensioneerde tijdschriftpagina's aan de wanden, filmische indrukken van dat tijdperk en achtergrondmuziek. Ook het bed waarin Hugh Hefner interviews gaf, is te zien. Een prettig contrast met het aandachttrekkende onderwerp is het nuchtere tentoonstellingsdesign met zijn sobere, houten schappen.