Wie met Penn praat, krijgt snel de indruk dat deze kunstenaar niets aan het toeval overlaat. Dit geldt net zo voor zijn kunstzinnig werk als voor zijn atelier dat hij overal op zijn behoeften afgestemd heeft vormgegeven. Penn beschouwt het uitlichten van schilderijen intussen als een integraal onderdeel van zijn kunst: „Ik heb besloten om in de toekomst alleen nog een schilderij te verkopen, wanneer de verzamelaar spots van ERCO voor de verlichting inzet. Het moet duidelijk zijn: het licht vormt een onderdeel van de kunst. Hoewel het niet direct met de beelddrager is verbonden, wordt licht toch heel duidelijk een centraal bepalende factor, waarmee precies het effect wordt gecreëerd dat ik als kunstenaar wil verwezenlijken", verklaart hij. „Ik gebruik zelf uitsluitend producten van ERCO, omdat ze voor mij de beste op de markt zijn. Het voordeel van de LED-techniek is bovendien dat deze geen UV-schade aan de schilderijen en geen hitteontwikkeling veroorzaakt."
Ongeveer drie jaar geleden leerde Penn in een galerie plotseling producten van de Duitse specialist voor architectuurbelichting kennen. Tegenwoordig gebruikt hij de spots al tijdens het schilderen in zijn atelier en bij de presentatie van zijn kunst: „In de toekomst wil ik alleen nog maar in ruimtes exposeren die precies op die manier zijn ingericht, zoals ik dat voor ogen heb: de wanden moeten zwart zijn en er mag geen daglicht binnendringen. De volledige verlichting dient te zijn beperkt tot spots van ERCO, die exact op een wijze worden gericht dat ze bepaalde gedeeltes van de schilderijen accentueren. Er kan bijvoorbeeld met bewegingssensoren worden gewerkt: als iemand de ruimte binnenkomt, wordt een Pollux spot met 3000 Kelvin ingeschakeld die langzaam koeler wordt - vervolgens een andere met 4000 Kelvin die eveneens geleidelijk zijn licht intensiveert. Daardoor krijgt de toeschouwer de indruk dat het schilderij zich als het ware ontvouwt en tot leven wordt gewekt. De effecten die ik als kunstschilder heb verwezenlijkt, worden door het speciale gebruik van licht nog versterkt. Voorhoofd, ogen, kin en schouders van de weergegeven persoon kunnen bijvoorbeeld tot op de punt nauwkeurig met spotparen worden verlicht. Om het gewenste effect te genereren gebruik ik max. vier Pollux spotparen."
De effecten die ik als kunstschilder heb verwezenlijkt, worden door het speciale gebruik van licht nog versterkt
Penn schildert slechts tien tot twaalf portretten per jaar - zijn schildertechniek vereist grote nauwkeurigheid, geduld en uithoudingsvermogen. Daarbij gaat hij zelfbewust zijn weg: „In de kunstwereld kunnen miljoenen en miljoenen ideeën en concepten worden uitgevoerd. Ik ben echter alleen in een minuscuul percentage geïnteresseerd: juist een manier die ik wil blijven gebruiken. In mijn schilderijen zullen er altijd donkere achtergronden en lichtere, uitgelichte partijen in de gezichten van de geportretteerden zijn. Door dit principe te handhaven krijgen mijn verzamelaars ook de mogelijkheid om mijn pad als kunstenaar in de loop der jaren te volgen en nauwkeurig te observeren, hoe ik mij binnen dit vaste kader verder ontwikkel."