Overwegingen over het project - interview
Na de opening sprak Matthew Cobham (global cluster manager Culture/Contemplation ERCO) met Aymeric Jeudy, Director van het museum, om naar hun mening te vragen nu het project was voltooid. Aymeric bekleedt diverse rollen die de productie van tentoonstellingen omvatten, toezicht houden op de bescherming van kunstwerken en hoe deze kunnen worden gepresenteerd, en de projecten van het gebouw beheren.
Matthew Cobham: Kunt u enkele van de belangrijkste punten met betrekking tot dit project samenvatten om de museumvoorzieningen in perspectief te plaatsen?
Aymeric Jeudy: Het gebouw is, zoals het nu is, voor een groot deel het resultaat van de omvangrijke werkzaamheden die eind jaren 80 werden uitgevoerd samen met architect Bodin. Hiervoor maakte het museum alleen deel uit van het hoofdhuis. Bodin voegde een grote uitbreiding toe. Oorspronkelijk wilden we de nieuwe entree met de Fleurs et Fruits, vóór het gebouw hebben. Vanwege de Romeinse archeologische artefacten op de locatie, diende deze aan de zijkant en ondergronds te worden geplaatst. Dat is de reden waarom de entree tegenwoordig rechts ligt.
MC: Hoe ging u te werk voor het managen van een dergelijk project als de ‘Fleurs et Fruits’?
AJ: Bij aanvang organiseerden we een studiedag om het project te helpen definiëren en iedereen erbij te betrekken. Dat hielp om de vele uitdagingen te identificeren en erop te anticiperen. Het was duidelijk dat één van de eerste uitdagingen zou zijn om het werk simpelweg uit de kist te krijgen zonder het te beschadigen voor restauratie. De bestaande glaspanelen waren niet toegankelijk vanaf de voorzijde en er bestond een reëel risico dat het werk tijdens het verwijderingsproces zou worden vernield. Hier maakte de nauwe samenwerking met deskundigen van Meyvaert, expert in museumdisplays, het ons mogelijk om een oplossing te vinden die het werk zou beschermen, meer zichtbaarheid toe zou staan en de toegang voor onderhoud gemakkelijker zou maken. Toen het project eenmaal was ontwikkeld en de financiële middelen dankzij Yomiuri Shimburi in Tokyo waren verkregen, konden de details worden uitgewerkt en werd van het Franse Ministerie van cultuur toestemming verkregen voor de restauratie.