Het beperken van schade door verlichting
Voor de presentatie van lichtgevoelige expositiestukken bestaat er geen verlichtingsniveau dat geen bezwaar oplevert. De energie in het licht zorgt voor een fotochemische ontbinding die leidt tot het verbleken van kleuren. Hoe minder licht er op het expositiestuk terechtkomt, des te minder is de beschadiging. Van doorslaggevend belang is daarbij echter niet het absolute verlichtingsniveau, maar de verlichtingsduur (lxh), dus het product van verlichtingssterkte (lx) en verlichtingsduur (h). De opgave van lux-uren documenteert voor expositiestukken een uit de conservatoire optiek net nog acceptabele mate van beschadiging door licht en is niet de ideale verlichting voor de presentatie van gevoelige kunst.
Verlichting met 50lx gedurende 10 uur heeft hetzelfde beschadigingspotentieel voor een kunstwerk als verlichting met 250lx gedurende 2 uur. Daarbij is het niet van belang of het kunstwerk doorlopend aan de verlichting wordt blootgesteld of met onderbrekingen.