Verblinding vermijden
De vermijding van verblinding door reflecties is van doorslaggevend belang voor een goed visual comfort op de werkplek. Downlights dienen aan de zijkant van de werkplek te worden gepositioneerd. Daardoor worden onaangename reflecties vermeden, bijvoorbeeld op het toetsenbord. Armaturen met een afscherming (cut-off) van 30° vormen een goede basis voor visual comfort. Een aangename lichtsterkte op wanden op de achtergrond levert ook een bijdrage eraan dat er op de werkplek prettig wordt gewerkt.
Armaturenindeling optimaliseren
Recht boven de werkplek opgestelde armaturen vergroten het risico op verblinding door reflectie. Iets vergelijkbaars geldt voor armaturen die een cut-off hebben die onvoldoende is, en waarvan de brede lichtverdelingen storende spiegelingen hebben op het beeldscherm. Dergelijke reflecties verminderen het gezichtsvermogen en kunnen leiden tot vermoeidheidsverschijnselen en hoofdpijn. Voor de analyse van verblinding door armaturen wordt in de kantoorverlichting de UGR-waarde (Unified Glare Rating) gebruikt.
Referentiewaarden van EN 12464-1:
– UGRL < 19 op de werkplek
– UGRL < 22 bij de receptie
Goed afgeschermde armaturen gebruiken
Twee factoren zijn bijzonder belangrijk om de directe verblinding door armaturen minimaal te houden: enerzijds de cut-off van de armatuur en anderzijds de verdeling van armaturen in de ruimte. De UGR-waarde als karakteristieke parameter voor de directe verblinding is geen kenmerk van een individuele armatuur, maar is telkens afhankelijk van de ruimte en de positie van de kijker.
Toepassingsgebied van UGR-tabellen
Verblinding is met name afhankelijk van de armaturenindeling. De gegevens over UGR-waarden in de tabel op productgegevensbladen zijn slechts geldig voor een gelijkmatig raster van een type armatuur in een rechthoekige ruimte. Als er echter een berekening wordt uitgevoerd van de kijkerpositie in deze ruimte, dan kan de UGR-waarde afwijken van de waarde op het gegevensblad. Als op een gegevensblad bijvoorbeeld een waarde van UGR < 22 is vermeld, dan kan de lichtberekening voor een bepaalde werkplek een UGR-waarde van 19,4 hebben.
Armaturenindeling en kijkerpositie
In situaties waarin er sprake is van een ongelijkmatig armatuurraster, of wanneer er verschillende armaturen met een verschillende lichtstroom en verschillende lichtverdelingen worden ingezet, of als de ruimte niet rechthoekig is, is een UGR-berekening met de computer vereist. Neem hierbij in acht dat het resultaat van de berekening alleen geldt voor de vermelde kijkerpositie. Het voorbeeld laat zien hoe een armatuur met een UGR-waarde van 22 op het gegevensblad in de computerberekening een waarde van UGR < 10 bereikt. Volgens de UGR-schaalverdeling voldoet dit aan de meest geringe verblinding.
Individuele lichtberekening voor UGR
Als de opstelling van de bureaus wordt gewijzigd, is een nieuwe UGR-analyse vereist voor de veranderde positie van de kijker. De individuele berekeningen zijn enerzijds nauwkeurig en stellen de ontwerpers ook in staat om een bredere selectie van armaturen te gebruiken. Want armaturen die voor de algemene ruimte weliswaar een tabelwaarde van UGR < 22 laten zien, kunnen met een overeenkomstige armaturenindeling ook een acceptabele waarde van UGR < 19 bij een individuele computerberekening bereiken.