myERCO

myERCO

Met uw kosteloos myERCO account kunt u artikelen noteren, productlijsten voor uw projecten aanmaken en offertes aanvragen. Bovendien heeft u continu toegang tot alle ERCO media in het downloadgedeelte.

Aanmelden

U hebt artikelen in uw aantekenlijst

Technische omgeving

Technische omgeving

Globale standaard 220V-240V/50Hz-60Hz
Standaard VS/Canada 120V/60Hz, 277V/60Hz
  • 中文

Wij tonen u onze inhoud in het Nederlands. Productgegevens worden voor een technische omgeving met 220V-240V/50Hz-60Hz weergegeven.

Gebruikersvriendelijker voor u

ERCO wil u de beste service bieden die mogelijk is. Daarom slaat deze website cookies op. Door het verdere gebruik van de website verklaart u zich akkoord met het gebruik van cookies. Meer informatie treft u in onze verklaring betreffende gegevensbescherming aan. Als u klikt op „Niet akkoord“ worden verder essentiële cookies geplaatst. Bepaalde inhoud van externe sites kan niet meer worden weergegeven.

{{ tu_banner_headline }}

tu_banner_copy

Verblinding – soorten en definitie

Ongewenste verblinding: etalage met pop en glanzende objecten optimaal in scène gezet.

Een essentieel kenmerk voor de kwaliteit van verlichting is de beperking van verblinding. Als verblinding worden daarbij zowel de objectieve vermindering van het gezichtsvermogen als de subjectieve storing door het optreden van hoge luminanties of hoge luminantiecontrasten in het gezichtsveld beschreven. De tegenhanger van verblinding is visual comfort.

Overzicht van het onderwerp Verblinding

ERCO Lichtkennis is ook beschikbaar als whitepaper:

Wat is verblinding?

Verblinding is een verzamelterm voor de vermindering van het gezichtsvermogen of de storing van de waarneming door hoge luminanties of luminantiecontrasten in een visuele omgeving. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen fysiologische verblinding, waarbij er sprake is van een objectieve vermindering van het gezichtsvermogen, en psychologische verblinding, waarbij er een subjectieve storing van de waarneming ontstaat door de mengverhouding van luminantie en het gehalte aan informatie van de bekeken zone.

Verblinding kan door de lichtbron zelf worden veroorzaakt (directe verblinding) en kan ook door reflectie van de lichtbron ontstaan (verblinding door reflectie).

Welke soorten verblinding kunnen er optreden?

Zowel fysiologische als psychologische verblinding treden op in twee vormen: directe verblinding en verblinding door reflectie. In de lichtplanning is dat bijvoorbeeld voor de verlichting van werkplekken of ook voor straatverlichting relevant. Bij verblinding voor werkplekken op kantoor wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • directe verblinding, vooral door armaturen (1);

  • verblinding door reflectie bij horizontale kijktaken (2); en

  • verblinding door reflectie bij verticale kijktaken, bijv. beeldschermen (3).

Bij directe verblinding wordt het plafondgebied voor de kijker bekeken dat onder hoeken vlakker dan 45° wordt waargenomen. Verblinding door reflectie is verblinding die, vooral door armaturen in het plafondgebied, voor de kijker meteen een onprettige, visuele storing veroorzaakt. Een speciaal geval vormt verblinding door reflectie op beeldschermen. Hier wordt verblinding vooral door verblindende lichtbronnen in het plafondgebied achter de kijker veroorzaakt. Voor werkplekken op kantoor kan de UGR-methode (Unified Glare Rating) worden toegepast om de verblinding voor een bepaalde positie van de kijker te bepalen.

Welke gevolgen kan verblinding hebben?

Bij een objectieve vermindering van het gezichtsvermogen wordt gesproken over Fysiologische verblinding. Hierbij overlapt het licht van een verblindende lichtbron in het oog het luminantiepatroon van de eigenlijke kijktaak en verslechtert zo de waarneembaarheid ervan. Voor de vermindering van het gezichtsvermogen is echter reeds de overlapping van strooilicht voldoende dat door de strooiing van het verblindende licht in het oog ontstaat. De met de leeftijd toenemende vertroebeling is bij oudere mensen verantwoordelijk voor de hogere gevoeligheid voor verblinding.

Het extreme geval van de fysiologische verblinding is de absolute verblinding. Deze ontstaat wanneer luminanties van meer dan 104 cd/m2 in het gezichtsveld aanwezig zijn, dus bijv. door het kijken in de zon of door het directe zicht in artificiële lichtbronnen. De absolute verblinding is onafhankelijk van het luminantiecontrast ten opzichte van de omgeving: deze kan niet worden vermeden door een lichtere omgeving. Om een gevaar voor het oog te voorkomen, reageert een beschermende reflex die zorgt voor het sluiten van de ogen of zelfs van het afwenden van het hoofd.

Door de voortdurend herhaalde aanpassing aan diverse lichtsterkteniveaus en de verschillende afstand van kijktaak en verblindende lichtbron wordt het oog belast, wat als onaangenaam of zelfs als pijnlijk wordt ervaren. Ondanks het objectief gelijkblijvende gezichtsvermogen ontstaat zo bij de psychologische verblinding een aanzienlijk onbehagen: het prestatievermogen wordt verminderd, bijvoorbeeld op de werkplek.

Anders dan de fysiologische verblinding gaat het bij de psychologische verblinding bovendien om een fenomeen van informatieverwerking dat niet los van de context kan worden beschreven. Zo is bijvoorbeeld sprankeling op kristallen kroonluchters een verblindingseffect dat wordt verwacht, en dat daardoor niet als fysiologische verblinding wordt waargenomen. Het gaat anders bij reflecties op glanzend papier. De reflectie zelf biedt geen informatie en overlapt de gedrukt informatie.

Verblinding

In de architectuurverlichting is de absolute verblinding echter slechts zelden een probleem. Aanzienlijk vaker treedt hier de relatieve verblinding op, waarbij de vermindering van het gezichtsvermogen niet door extreme luminanties, maar door hoge luminantiecontrasten in het gezichtsveld wordt veroorzaakt.

Als door de verblindende lichtbron geen objectieve vermindering van het gezichtsvermogen, maar slechts een subjectief gevoel van verstoring teweeg wordt gebracht, dan wordt dat Psychologische verblinding genoemd. De blik wordt hierbij telkens weer van de kijktaak naar de verblindende lichtbron gestuurd; zonder dat dit gebied van de verhoogde lichtsterkte de verwachten informatie te bieden zou hebben. Net als bij een storend geluid genereert de verblindende lichtbron het visuele alarm dat de aandacht naar zich toe trekt en de waarneming verstoort.

Hoe kan verblinding worden vermeden?

Een vermindering van verblindende effecten kan in eerste instantie worden bereikt door het verlagen van het luminantiecontrast tussen omgeving en verblindende lichtbron. Dat betekent dat de lichtsterkte van de omgeving moet worden verhoogd of dat de luminanties van de verblindende lichtbron moeten worden verlaagd. Het is echter nuttiger om verblinding te vermijden via de selectie van armaturen met een goede afscherming en de juiste opstelling van de armaturen.

ERCO Lichtkennis is ook beschikbaar als whitepaper:

Overige onderwerpen over Zien en Waarnemen

Heeft u meer informatie nodig?

U treft uw regionale contactpersoon aan onder:

U kunt ons ook een E-mail schrijven of uw vraag direct hier stellen

Uw gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld. Meer informatie treft u aan onder Verklaring inzake gegevensbescherming.

Producten

Projecten

Downloads

Licht plannen

Bestand integreren

Contact

Inspiratie