Om de gezichtsscherpte te bepalen, moet een proefpersoon de uitlijning van de spleet van een zogenaamde Landolt-ring aangeven (circulaire ring met opening als genormeerd symbool voor gezichtsvermogenstest). De gezichtshoek kan worden berekend uit de spleetgrootte van de ring en de kijkafstand. Uit de waarnemingsafstand resulteert een gezichtshoek (å), waarvan de reciproque waarde de maatstaf is voor de gezichtsscherpte (S = 1: å). Een gezichtsscherpte (visus) van 1 ontstaat bij het herkennen van de spleet onder een gezichtshoek van å = 1'.