De waarnemingspsychologie is een tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de verschillende aspecten van de visuele waarneming, vooral met de neuronale opname en verwerking van zintuiggelijke prikkels. Om de visuele waarneming te kunnen begrijpen, is vooral de opbouw van visuele indrukken belangrijk. Vooral schijnbare fouten bieden daarbij de mogelijkheid om de werking en doelen van de waarneming te onderzoeken.
Enerzijds zijn er de constantie-fenomenen. Door veranderingen – in verlichting, afstand of perspectief – genereren constante objecten afbeeldingen van verschillende vormen, grootte en lichtsterkteverdeling ten opzichte van het netvlies. De mechanismen van de waarnemingsconstanties compenseren deze afwijkende beelden op het netvlies.
Voordat aan objecten eigenschappen worden toegewezen, moeten deze eerst worden herkend; dus van hun omgeving kunnen worden onderscheiden. Uit het interpretatieproces kunnen wetten van de gestaltwaarneming worden geformuleerd, volgens welke bepaalde indelingen tot figuren respectievelijk tot objecten van de waarneming worden samengevoegd. De
gestaltwetten zijn ook voor lichtplanners van praktisch belang. Iedere verlichtingsinstallatie bestaat uit een opstelling van armaturen, ofwel aan het plafond, aan de wanden ofwel in de ruimte. Deze opstelling wordt echter niet meteen waargenomen, maar volgens de regels van de gestaltwaarneming tot figuren georganiseerd. De omringende architectuur en de lichteffecten van de armaturen resulteren in andere patronen die bij de waarneming worden betrokken.