Het vlakke verlichten van complexe gehelen presenteert het object daarentegen in zijn totaliteit, en vermindert tegelijkertijd ook de modellering. Door het lagere contrast van licht en schaduw op het object heeft dit niet een even spannend effect als bij de inzet van gericht accentlicht. Dit leidt er bij de waarnemer toe, dat hij of zij vormverlopen niet zo eenvoudig kan registreren. De gelijkmatige verlichting door middel van een brede stralingshoek vereist ten dele onconventionele armatuurposities zoals vanaf de zijkant of op de vloer, om schaduwvorming op onderzijden uit te sluiten. Dit leidt er echter toe, dat er schaduwen ontstaan door de waarnemer zelf, wanneer deze voor het object staat, en dat er verblindingen kunnen optreden.