Staafjes behoren tot de zintuigcellen in het oog en maken licht-donker-zien mogelijk: vanwege hun hoge lichtgevoeligheid kunnen wij met hen nog in de schemering of in een nacht met een lichte volle maan nog zien.
Staafjes behoren tot de zintuigcellen in het oog en maken licht-donker-zien mogelijk: vanwege hun hoge lichtgevoeligheid kunnen wij met hen nog in de schemering of in een nacht met een lichte volle maan nog zien.
Aantal N van kegeltjes en staafjes op de achterkant van het oog afhankelijk van de gezichtshoek.
De staafjes in het oog zijn bestemd voor het waarnemen van licht en donker en kunnen ook zeer zwakke lichtimpulsen registreren. Met toenemende schemering (mesopisch zicht) en 's nachts (scotopisch zicht) wisselt het oog van fotopisch zien (fotopisch zicht, kijken bij goed licht) naar scotopisch zien. In tegenstelling tot de kegeltjes kunnen deze geen kleuren registreren.
Correct fixeren op het object door scotopisch zien lukt niet: de hoge gezichtsscherpte is alleen in het gebied van de fovea centralis aanwezig. De kegeltjes die scherp zien mogelijk maken, zijn in deze fovea centralis retinae (gebied van het scherpste zien) geconcentreerd. De staafjes liggen daarentegen verspreid over het volledige netvliesvlak. Daardoor bestaat er een groter waarnemingsvermogen voor bewegingen in het volledige gezichtsveld. Daarmee nemen wij ook de kleinste bewegingen in onze ooghoek waar; al is het ook onscherp.